1. We zorgen ervoor dat het fruit vers is, in perfecte staat, en niet geplukt terwijl we bezig zijn de dieren te voeren. 2. We bereiden de snacks per persoon voor en volgen strikt de regel van niet gluren : gekoppeld aan de melk die we aan de dieren voeren. 3. We bewaren het fruit en de groenten die we gebruiken voor de truc in grote luchtdichte plastic bakken. 4. We zorgen ervoor dat ons kind een klein handjevol van het voedsel eet voordat we het delen. 5. We geven het kind water te drinken uit een waterfles met een rietje, zodat hij tijdens het voeden geen water uit de fles hoeft te drinken. 6. We staan niet toe dat het kind naar metalen in de verpakking van het voedsel kijkt of deze aanraakt. 7. Wij vragen ook de dokter van het kind om de voeding te bevestigen op zijn/haar goede gezondheid voordat wij het aan het kind geven.
Bij de bovenstaande activiteiten zorgen we ervoor dat het kind verzadigd raakt van het voedsel dat we geven. Op de eerste drie jaar zal het kind in staat zijn het hongergevoel te herkennen aan het gevoel van de maag van streek. Op de leeftijd van vier maanden moet het kind leren om 3-4 herhalingen te gebruiken. Na zes maanden zou het kind moeten leren om gebeurtenissen bij hun naam te noemen. Tegen de tijd dat hij de adolescentie bereikt moet hij leren waar voedsel op tafel staat en dit gebruiken om zijn “buurt” te verbeteren als hij op feestjes is. De afkeer van groenten moet verdwijnen. Het gebruik van snijmiddelen moet worden verminderd. Wrijfstrips, deegrollers en kaasmonsters die na zes maanden werden gegeven, waren slechts enkele van de eerste monsters die werden getoond.
lees meer